De eerste student van wie ik de afstudeerscriptie moest beoordelen, ruim 40 jaar geleden, was zeker geen hoogvlieger. Met de hakken over de sloot kreeg hij een 5.5 en dat vond ik, als jong universitair docent, genereus. De student was blij met het cijfer. Hij had lang geploeterd op de eindscriptie. Z’n eerste begeleider had veel kritiek gehad op eerdere versies. Hij snapte de kritiek, maar vond het moeilijk om het in z’n scriptie te verwerken.
Om eerlijk te zijn had ik niet al te veel vertrouwen in een succesvolle loopbaan van de student.
Vele jaren later, ik werkte toen bij de Rijksuniversiteit Groningen, kwam een studente bij me op m’n werkkamer. Ze deed haar afstudeeronderzoek bij een groot bedrijf in het westen van het land. Ze vertelde me dat ze me de groeten moest doen van de algemeen directeur….. m’n eerste student….
Ik heb hier vaak over nagedacht en zie een paar leerpunten. Allereerst moet je uitkijken met snelle oordelen. Het is moeilijk om te voorspellen hoe iemand zich zal ontwikkelen als je enkel de huidige situatie kent. Daarnaast is het zeer de vraag of universitaire intelligentie een belangrijke eigenschap is van een manager. Ik heb wel eens schertsend gezegd dat een goede manager idealiter een beetje dom is, dat zelf ook beseft en hulp apprecieert. Vooral ook van de eigen medewerkers. Dat zorgt ervoor dat de medewerkers zich betrokken voelen. Een baas die altijd slimmer is dan jezelf kan irritant zijn.
Wat zijn kenmerken van de ‘hoshin-manager’? Laat ik een aantal punten opschrijven:
Het is twijfelachtig of een hoog IQ helpt om managementkwaliteiten te verbeteren. Voldoende intelligent is wellicht ideaal. Voldoende om het werk van anderen in het bedrijf te kunnen begrijpen en hun te kunnen bevragen, en indien nodig richting geven, vanuit een breder, lange termijn perspectief.
15 oktober 2025, door Jannes Slomp